Het is 2025, en de zorg voor onze ouderen staat opnieuw onder druk. Hoe is het mogelijk dat, in een tijd waarin overheden aanzienlijke budgetten vrijmaken voor defensie en leeflonen voor migranten, en burgers geconfronteerd worden met diverse besparingsmaatregelen, de rusthuisfactuur voor velen onbetaalbaar blijft? Het is een schrijnende realiteit dat kinderen van rusthuisbewoners vandaag de dag worden lastiggevallen met de vraag om bij te passen, omdat de factuur voor hun ouders simpelweg niet meer te dragen is.
De kloof tussen een gemiddeld pensioen en de maandelijkse kostprijs van een rusthuiskamer is onhoudbaar groot. Dit wordt pijnlijk duidelijk uit cijfers zoals die van de grote HLN-Rusthuiswijzer. Terwijl het gemiddelde pensioen in Vlaanderen neerkomt op zo'n €1.701, bedraagt de gemiddelde rusthuisfactuur een duizelingwekkende €2.294. Dit betekent een maandelijks tekort van maar liefst €593 dat door de kinderen moet worden bijgepast. En het probleem wordt alleen maar nijpender: de prijzen in woonzorgcentra zijn het afgelopen jaar met 2,1 procent gestegen, terwijl de pensioenen slechts met 2 procent bruto toenamen.
Het Voorbeeld van Den Boogerd in Hechtel-Eksel.
Laten we het concreet maken met een voorbeeld uit onze eigen regio: Woonzorgcentrum Den Boogerd in Hechtel-Eksel. De maandelijkse prijs bedraagt hier €2.273,65, met een bezettingsgraad van 95%. Reken maar uit: met 95% van de plaatsen bezet, genereert Den Boogerd maandelijks aanzienlijke inkomsten. Desondanks stelt zich de vraag waarom de beheerder, Vitas vzw, financieel niet in staat is om de boel draaiende te houden of zelfs noodzakelijke structurele herstellingen uit te voeren.
Ook het lokaal bestuur van Hechtel-Eksel gaat hier niet vrijuit. Met hun participatie in het bestuur van Vitas vzw laten ze, afgezien van de verkiezingsperiode, de bewoners en hun families aan hun lot over. Dan stellen we ons wel de vraag: waar gaan al die centen naartoe?
Waar blijft het geld? En de rol van de overheid.
De werkelijke dagprijs per bewoner in een woonzorgcentrum kost nochtans een pak meer dan wat bewoners betalen. De overheid betaalt al meer dan de helft via een vast bedrag per bewoner. Om ervoor te zorgen dat de woonzorgcentra hun prijzen niet nog hoger moeten zetten, is dat bedrag het afgelopen jaar gestegen van gemiddeld €86 naar bijna €89 per bewoner, wat meer is dan de inflatie.
Daarnaast probeert de Vlaamse overheid senioren die het financieel moeilijk hebben extra te helpen. Zo hebben alle bewoners van een rusthuis recht op een zorgbudget van €140 per maand, en krijgt één op de drie mensen in een woonzorgcentrum een bijkomende tegemoetkoming omdat ze een lager inkomen en weinig vermogen hebben. Dit zijn weliswaar stappen in de goede richting, maar het lost het kernprobleem van de onbetaalbare factuur duidelijk niet op.
Een prioriteit die niet meer wacht.
Deze situatie roept fundamentele vragen op over onze prioriteiten als samenleving. Hoe kan het dat de zorg voor de generatie die ons land heeft opgebouwd, zo ondergeschikt raakt aan andere uitgavenposten, terwijl overheden massaal investeren in defensie en leeflonen voor migranten? Moeten we als samenleving niet de collectieve verantwoordelijkheid nemen voor de waardige oude dag van onze ouderen?
Het is hoog tijd voor een grondige heroverweging van het beleid rond woonzorgcentra en de financiering van ouderenzorg. Er moet dringend een structurele oplossing komen die ervoor zorgt dat de rusthuisfactuur betaalbaar wordt voor iedereen, zonder dat de kinderen van ouderen opgezadeld worden met onmogelijke financiële lasten. Onze ouderen verdienen niets minder dan een waardige en betaalbare plek om hun laatste jaren door te brengen. Laten we ervoor zorgen dat dit in 2025 en de jaren die volgen, eindelijk een realiteit wordt.
Suggesties of vragen? Klik hier!